A. TOEPASSINGSGEBIED
De Bouwproductenverordening (Construction Products Regulation - CPR) 1 bepaalt geharmoniseerde voorwaarden voor de marketing van de bouwproducten op basis van hun prestaties: de CPR gebruikt een “gemeenschappelijke technische taal”, schrijft gemeenschappelijke methoden voor om de prestaties van de bouwproducten te evalueren. Dat maakt een objectieve vergelijking van de bouwproducten van verschillende fabrikanten en van verschillende landen mogelijk.
Deze methoden zijn verzameld in normen of geharmoniseerde technische specificaties. Deze gemeenschappelijke technische taal moet toegepast worden door:
- de fabrikanten die de prestaties van hun producten aangeven,
- de autoriteiten van de Lidstaten die de nationale eisen specificeren,
- de gebruikers (architecten, ingenieurs, aannemers ...) die de producten kiezen die het meest geschikt zijn voor het beoogde gebruik in de bouwwerken.
Overige informatie vindt u op:
http://ec.europa.eu/growth/sectors/construction/product-regulation/index_en.htm
1 Bouwproductenverordening nr. 305/2011 van 9 maart 2011
De kabelprestaties die onder de CPR vallen, zijn:
- het brandgedrag (reactie bij brand)
- de vuurbestendigheid 1
- het vrijkomen van gevaarlijke stoffen bij normale werking2 , demontage en recycling.
1 In studie
2 Uitgezonderd de prestaties tijdens brand
Kabels voor vaste installatie in bouwwerken binnen het toepassingsgebied van de volgende twee geharmoniseerde normen:
- kabels bestemd voor gebruik bij de voorziening van elektriciteit en communicatie in gebouwen en andere bouwwerken en die onderworpen zijn aan de eisen voor brandgedrag; en
- kabels bestemd voor gebruik bij de voorziening van elektriciteit, communicatie, branddetectie en brandalarm in gebouwen en andere bouwwerken waar continue toevoer van energie en/of signalen van veiligheidsinstallaties nodig is.1
Vallen hier niet onder: -kabels voor tijdelijke installatie; -kabels van besturings- en vermogenscircuits geïntegreerd in machines, liftkabels of kabels ontworpen voor gebruik in industriële processen op industriële locaties (cf. Mandaat EU M/443 )2
1 In studie
2Mandaat M/443 EN aan CEN/CENELEC met betrekking tot de elektrische leidingen voor voeding, sturing en communicatie – Voetnoot 2) van bijlage 1– TOEPASSINGSGEBIED. Dit mandaat is niet van toepassing op besturings- en vermogenscircuits geïntegreerd in machines (Richtlijn 89/392/EEG van de Raad) of liften (Richtlijn 95/16/EG van het Europees Parlement en de Raad) of andere kabels ontworpen voor gebruik in industriële processen op industriële locaties.
Ja: alle kabels voor vaste installatie in bouwwerken moeten CE-gemarkeerd zijn. Nationale regelgevende instanties kunnen voor speciale omstandigheden de maximale kabellengte bepalen waarvan de brandbijdrage beschouwd wordt als verwaarloosbaar en dus aanvaardbaar zonder CE-markering of met een prestatieniveau lager dan vereist voor het specifieke bouwwerk.
In een dergelijk geval moet de kabel zo kort mogelijk zijn en aangesloten worden in het eerst compartiment van het gebouw waar deze binnenkomt : cfr het AREI. Voor IT-installaties (informatietechnologie) is de norm EN50174-2 1 van toepassing.
1 EN50174-2:2018 Informatietechnologie. Installatie van bekabeling. Planning en praktijk in gebouwen.
4.1.6.2.3 Buitenkabels die gebouwen binnenkomen
IT-kabels die niet voldoen aan de mininum aanbevolen prestatie-eisen van EN 60332-1-2 (equivalent aan Euroklasse Eca) moeten voldoen aan een van de onderstaande voorwaarden: a) aangesloten worden in een ingangsfaciliteit, die zich buiten de externe brandbarrière van het gebouw bevindt; of b) aangesloten worden in het gebouw, binnen 2 m (tenzij een alternatieve afstand gespecificeerd wordt in de lokale reglementering) van het punt waar de externe brandbarrière doorbroken wordt; ofwel, indien langer dan 2 m, moet de kabel geïnstalleerd worden in een goot of kabelkanaal dat volgens de lokale brandreglementeringen beschouwd wordt als brandbarrière.
OPMERKING: dit is ook van toepassing, indien de kabel door een ruimte tussen twee externe brandbarrières in een gebouw moet gaan.
De kabels die aan de CPR onderworpen zijn, zijn kabels die bedoeld zijn om permanent in bouwwerken te verwerken (d.i. hun beoogd gebruik). Zoals in Mandaat M/443(1) is bepaald, vallen elektrische leidingen voor voedings- en stuurkringen in machines, liftkabels of andere kabels specifiek ontworpen voor gebruik in industriële processen op industriële locaties niet onder de CPR.
(1) Mandaat M/443 door de Europese Commissie verleend aan CEN en CENELEC betreffende Elektrische leidingen voor voeding, sturing of communicatie - Voetnoot 2 van Bijlage 1 "Toepassingsgebied", pagina 7
Het is belangrijk dat kabels gebruikt in voorbedrade buizen en in plugbare systemen conform zijn:
1) indien de voorbedrade buizen en plugbare systemen bestemd zijn voor bouwwerken en civieltechnische werken onderworpen aan voorschriften in verband met brandgedrag, of
2) indien ze verkocht worden via het distributiekanaal en ze gebruikt zouden kunnen worden in bouwwerken en civieltechnische werken die onderworpen zijn aan voorschriften in verband met brandgedrag.
B. DEFINITIES
De DoP is een document opgesteld door de fabrikant volgens regelgevende richtlijnen voor elk onder de CPR vallend product. De DoP:
- identificeert het product en de fabrikant
- geeft het beoogde gebruik ervan aan
- specificeert de essentiële kenmerken zoals gedefinieerd door de geharmoniseerde norm 1
Zie hoofdstuk D. PRESTATIEVERKLARING
Meer informatie over de Gedelegeerde Verordening nr. 574/2014 betreffende het model voor het opstellen van een prestatieverklaring van bouwproducten kan teruggevonden worden op:
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:32014R0574
1Zie vraag V02
Bouwwerken hebben betrekking op gebouwen en civieltechnische werken. Sommige lidstaten hebben de definitie verduidelijkt. Een niet-uitputtende lijst is als volgt: residentiële, industriële, commerciële en kantoorgebouwen; ziekenhuizen, scholen, recreatiecentra en landbouwgebouwen; bruggen, wegen en snelwegen, spoorwegen, pijpleidingen; stadions, zwembaden; pieren, dokken, bekkens, sluizen, kanalen, dammen, torens, tanks, tunnels.
C. VERPLICHTINGEN VAN DE ECONOMISCHE ACTOREN
- Een extra test-/certificatieprocedure bovenop de huidige Kwaliteitsaanduidingen. Naarmate het niveau van de aangegeven prestaties hoger wordt, des te strenger moet deze procedure toegepast worden. De tests worden intenser wanneer men gaat van Klasse Eca naar Klasse Dca en hoger (van de kleine vlamtest tot het volledige brandscenario) en het continue routinematig toezicht om de conformiteit van de volledige productie van kabels van Klasse Cca en B2ca onder Systeem 1+ met de DoP te certificeren is uiterst strikt en duur. De implementatie van de CPR heeft invloed op veel bedrijfsfuncties: techniek, fabricage, logistiek, kwaliteitsbeheer en IT.
- De nieuwe markering, labeling en elektronische distributie van de DoP's vereisen een hoge investering om de perfecte afstemming van al deze nieuwe documenten en teksten en de volledige beschikbaarheid voor de eindgebruikers te garanderen. In veel gevallen moeten de producten van bijkomende labels voorzien worden. De DoP's moeten gedurende 10 jaar na het stopzetten van de productie beschikbaar blijven.
- De meeste kabels van Klasse Dca en hoger vereisen een volledig herontwerp om de conformiteit van alle types met de DoP te garanderen. Nieuwe materialen werden speciaal ontwikkeld om te voldoen aan de nieuwe CPR-klassen en de aanvullende classificatiecriteria, zoals die voor rookproductie, brandende druppels en aciditeit van de rook.
- Voor de kabels van elk prestatieniveau zijn er veel strengere gevolgen in geval van niet-conformiteit. Het product kan dan zelfs volledig uit de handel genomen worden.
Hoe zal de CPR in Europa toegepast worden en wat zal er gemeenschappelijk / specifiek per land zijn?
De CPR moet door elke Lidstaat toegepast worden zonder enige verschillende interpretatie. De Classificatie is de gemeenschappelijke taal die het brandprestatieniveau van kabels bepaalt (brandgedrag en in de toekomst vuurbestendigheid) en die gebruikt moet worden in de lokale reglementeringen en gebruikersvoorschriften.
Elk besluit over welke Klasse voor een bepaalde toepassing geldig is, is een nationale kwestie, die per Lidstaat kan verschillen. Het uitgebreide aanbod van combinaties aan parameters (Klasse + rookproductie+ brandende druppels + aciditeit van de rook) geeft de Lidstaten een grote flexibiliteit.
Niet elke Lidstaat reguleert de brandprestaties van kabels.
De verplichtingen worden opgesomd in art. 11 van de CPR.
Wanneer een product onder een geharmoniseerde norm valt, moet de fabrikant de prestatieverklaring (DoP) opstellen en bijhouden gedurende 10 jaar, en de CE-markering aanbrengen.
De fabrikanten moeten ervoor zorgen:
-dat de aangegeven prestaties bij massaproductie gehandhaafd blijven; -dat hun producten hun handelsmerk dragen, evenals het adres waarop de fabrikanten kunnen gecontacteerd worden, de elementen die hun identificatie mogelijk maken, evenals de veiligheidsinstructies en -informatie. - Fabrikanten die van mening zijn dat een bouwproduct dat zij in de handel hebben gebracht niet aan de prestatieverklaring voldoet, moeten onmiddellijk de corrigerende maatregelen nemen die nodig zijn om het conform te maken of, in voorkomend geval, het uit de markt nemen of terughalen.
Ja: de CPR beschrijft de algemene verplichting van distributeurs als volgt: "distributeurs van bouwproducten dienen op de hoogte te zijn van de essentiële kenmerken waarvoor op de uniale markt bepalingen gelden, alsmede van de specifieke voorschriften in de Lidstaten ten aanzien van de fundamentele eisen voor bouwwerken, en zij dienen deze kennis in hun handelstransacties te gebruiken” .1
Bovendien zijn de distributeurs onderworpen aan de verplichtingen gedefinieerd in Hoofdstuk III van de CPR 2 .
Wanneer een distributeur een product op de markt brengt onder zijn eigen naam, wordt de distributeur beschouwd als een fabrikant.
De importeurs en mandatarissen zijn onderworpen aan de verplichtingen gedefinieerd in van de CPR2.
1Overweging (41) van de CPR2 , Bouwproductenverordening nr. 305/2011
2CPR, Bouwproductenverordening nr. 305/2011– Chapter III - OBLIGATIONS OF ECONOMIC OPERATORS
Ja. De particuliere instellingen die als overheidsbedrijf optreden (bv. spoorwegnetwerkoperatoren of stroom- en telecomnetwerkoperatoren), moeten hun kabelspecificaties aanpassen aan de CPR-taal en niet langer refereren naar de testmethoden inzake brandgedrag, maar naar de CPR-klassen. Dit beantwoordt aan artikel 8.5 van de CPR (Algemene principes en gebruik van de CE-markering), dat het volgende vermeldt:
"De Lidstaten zorgen ervoor dat het gebruik van bouwproducten met de CE-markering niet wordt belemmerd door regels of voorwaarden die zijn opgelegd door overheidsorganen of particuliere instellingen die als overheidsbedrijf of op grond van een monopoliepositie of overheidsmandaat als overheidsorgaan optreden, wanneer de aangegeven prestaties overeenstemmen met de voorschriften voor dat gebruik in die Lidstaat. "
D. PRESTATIEVERKLARING (DoP)
Door de DoP op te stellen, draagt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het bouwproduct met de aangegeven prestaties.
Op basis van de informatie in de DoP zal de gebruiker beslissen om uit alle op de markt beschikbare producten er één te kiezen dat geschikt is voor het beoogde gebruik en neemt hij de volledige verantwoordelijkheid op zich voor een dergelijke beslissing.
Alle informatie in de DoP informatie wordt verkregen door een strikte toepassing van de methoden en criteria voorzien in de relevante geharmoniseerde norm.
De correcte toepassing van deze methoden en criteria wordt gegarandeerd door de fabrikant zelf en door de gepaste betrokkenheid van een Aangemelde instantie (Notified Body), volgens het toepasselijk systeem van AVCP (Assessment and Verification of Constancy of Performance / Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid).
Na het opstellen van de DoP wordt de CE-markering aangebracht, waarbij de fabrikant verklaart dat hij alle toepasselijke procedures bij het opstellen van zijn DoP in acht genomen heeft, zodat deze bijgevolg accuraat en betrouwbaar is.
Meer informatie hieromtrent is beschikbaar op:
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:32014R0574
De DoP-documenten moeten publiek toegankelijk zijn (bijvoorbeeld via een website) en worden verstrekt in de taal (talen) die gevraagd wordt (worden) door de Lidstaat waar het product op de markt gebracht wordt, op verzoek, op papier of elektronisch .1
1Gedelegeerde Verordening nr. 574/2014 van 21 februari 2014 betreffende het model voor het opstellen van een prestatieverklaring van bouwproducten
E. CE-MARKERING
Ze zullen belangrijk blijven, omdat de vrijwillige nationale kwaliteitsaanduidingen over prestaties gaan die verschillen van de CPR, bijvoorbeeld de elektrische, mechanische en materiaalkarakteristieken van de kabel. Ze zullen geïntegreerd worden in een meer complete dekking van de prestaties.
De CE-markering zal een voorwaarde zijn om kabels voor bouwwerken op de markt te brengen. De relevantie van de CE-markering onder de CPR is het opheffen van de technische barrières tussen de Lidstaten die ontstaan door de definitie van de brandprestaties, evenals de uniforme methode om de conformiteit van de kabels te attesteren.
De kwaliteitsaanduidingen gaan over andere aspecten van het product, zoals de mechanische en elektrische prestaties en afmetingen en zijn unieke tools om toe te zien op de conformiteit met de vrijwillige normen. Een vergelijking tussen de CE-markering en de vrijwillige nationale kwaliteitsaanduidingen is dan ook misleidend, omdat ze complementair zijn.
Alleen de klassen Eca et Fca worden gedefinieerd aangaande de Test voor vlamverspreiding IEC/EN 60332-1-2 (resp. al dan niet beantwoorden aan de vereiste max. drempel van verspreiding).
Voor de andere klassen is er geen rechtstreeks verband tussen de bestaande IEC-test en de CPR-prestaties omwille van de verschillende testmethoden. Ondanks het feit dat de basisstructuur van de test exact dezelfde is, zijn de testresultaten niet vergelijkbaar omwille van de verschillende opstelling en het gebruik van nieuwe parameters.
In geval van twijfel kunnen professionals en klanten de bevestiging krijgen over de authenticiteit van de CE-markering door contact op te nemen met:
- hun nationale Productcontactpunt voor de bouw;
- de aangemelde instantie (Notified Body) aangegeven in de DoP en op het label.
De Lijst van de Productcontactpunten voor de bouw en alle Aangemelde instanties (Notified Bodies, NANDO; gelieve de volgende Productfamilie te selecteren: kabels voor voeding, sturing en communicatie) is beschikbaar op de website van de EU.
De volgende elementen zijn noodzakelijk voor de gebruiker:
- kennis van de CPR-klasse vereist door de nationale reglementeringen voor de gedefinieerde bouwwerken;
- de CE-markering met begeleidende informatie betreffende de certificatie;
- de prestatieverklaring van de leverancier.
Bijna alle kabelgroepen zullen een herbeoordeling en een eventuele aanpassing vereisen, omdat de bestaande prestatieniveaus niet overeenstemmen met de Klassen B2ca, Cca en Dca.
Voorlopig zullen enkel de brandprestaties geharmoniseerd worden. Kabels die voldoen aan de nationale en Europese normen blijven ongewijzigd, met uitzondering van alles wat de aangegeven prestaties inzake brandgedrag betreft.
Momenteel zijn er geen Europese geharmoniseerde bepalingen (voorschriften en bijbehorende testmethoden) met betrekking tot het vrijkomen van gevaarlijke stoffen van toepassing op kabels. Volgens de norm EN 50575:2014 moet er verwezen worden naar de betreffende nationale reglementeringen, in voorkomend geval.
In landen waar er geen nationale reglementeringen (betreffende kabels) bestaan, moet "No Performance Determined (NPD)" vermeld worden in de DoP. Er is dan ook geen vermelding op het CE-markeringslabel vereist.
Onafhankelijk hiervan vereist de CPR dat de informatie over het potentiële gehalte aan gevaarlijke stoffen, zoals aangegeven kan zijn in het kader van de Verordening (EC) nr. 1907/2006 (REACH), verschaft moet worden samen met de prestatieverklaring.
Elke Lidstaat moet een "Contactpunt" oprichten, waar dergelijke informatie te verkrijgen is.
De bijgewerkte lijst met opgerichte Contactpunten kan teruggevonden worden op:
http://ec.europa.eu/DocsRoom/documents/10006/attachments/1/translations/en/renditions/native
De CPR verplicht fabrikanten en alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen om de CE-markering door te geven aan eindgebruikers: gezien het specifieke karakter van kabels is dit enkel mogelijk door middel van etiketten of begeleidende documenten.
Het afdrukken van aanvullende informatie op de kabels (bijv. DoP-nummer) voldoet niet aan de verplichting om de CE-markering aan de eindgebruikers door te geven en is voor een groot aantal kabels niet mogelijk.
F. VOORDELEN VAN DE CPR
De CPR biedt een hoger veiligheidsniveau voor de gehele bevolking, want:
- Er wordt een identiek veiligheidsniveau aangeboden aan alle eindgebruikers. De nationale vereisten nemen de vorm aan van voorschriften en niet gewoon van aanbevelingen.
- Het is een veiligere oplossing voor kritieke toepassingen. De nationale regelgevende instanties kunnen vertrouwen op een nauwkeurige classificatie van de prestaties om het prestatieniveau te reglementeren.
- Gevaarlijke kabels worden van de markt gehaald. Zodra een non-conformiteit wordt vastgesteld, kunnen de nationale autoriteiten opleggen om gevaarlijke kabels uit de handel te nemen.
De gebruikers van bouwproducten kunnen hun prestatievereisten beter definiëren, want:
- De fabrikant neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de prestaties aangegeven in de prestatieverklaring, die een juridisch bindend document is (voor de fabrikant kunnen de gevolgen van een non-conformiteit catastrofaal zijn)
- De beoordeling van de producten en de beoordeling van de bestendigheid worden bepaald door de procedures voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties (AVCP) en uitgevoerd door derde instanties.
- Het markttoezicht is efficiënter omdat het mogelijk is om te vertrouwen op een gemeenschappelijke informatiestructuur en specifieke middelen.
De tabel met de klassen van materiaalgedrag bij brand 1 houdt rekening met het volledig gedrag van kabels bij brand, dynamisch gemeten tegen de tijd op monsters in reële grootte. Dit is een belangrijke stap voorwaarts in de brandveiligheid en laat de Nationale autoriteiten toe om kabels te behandelen op een gelijkaardige wijze als andere bouwproducten die al onder de CPR vallen.
De tabel met de klassen van materiaalgedrag bij brand zal een standaardelement worden in de bouwreglementeringen in Europa, hoewel ze waarschijnlijk op verschillende manieren in de EU toegepast zullen worden. Elk land zal immers, onder het subsidiariteitsbeginsel, beslissen hoe deze klassen gebruikt moeten worden in zijn bouwnormen en/of -reglementeringen. Er dient genoteerd dat het niet verplicht is de classificatie op te nemen in de nationale reglementeringen en dat sommige landen kunnen beslissen om dit punt op een andere manier aan te pakken.
Deze CPR-klassen zullen echter zeker een referentiepunt worden, aangezien ze, ongeacht hun toepassing, zullen gelden voor alle producten. Het prestatieniveau van de producten gedefinieerd door de klassen moet duidelijk zijn voor alle Europese besluitvormers. De op de markt aangeboden producten zullen voldoen aan strenge testeisen en blijven instaan voor de veiligheid van personen, dieren en goederen bij brandgevaar.
1GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/364 VAN DE COMMISSIE van 1 juli 2015 betreffende de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad - Tabel 4 - Klassen van materiaalgedrag bij brand voor elektrische leidingen
Inhoudsopgave
Een vraag stellen
Heeft u nog een vraag die we niet hebben behandeld? Gebruik onderstaand contactformulier: